Bereiding:
Maak de melk lauwwarm. Doe de
bloem in een kom. Roer de gist met wat van de lauwwarme
melk glad. Maak in de bloem een kuiltje en giet daarin
de aangemaakte gist, boter, ei en suiker. Strooi het
zout langs de buitenrand van de bloem. Giet de resterende
lauw warme melk in het kuiltje bij de gist. Kneed
een soepel gistdeeg. Dek het deeg af zet het op een
warme plaats en laat het rijzen tot het dubbele volume.
Pudding: Gebruik geen aluminium
pan of garde, hierdoor kan het mengsel verkleuren.
Doe de custard, met de suiker in een kom. Giet er
een beetje van de koude melk bij en roer het mengsel
glad. Breng de rest van de melk aan de kook. Giet
al roerend het custardmengsel in de kokende melk.
Laat het even doorkoken, blijf roeren. Giet de pudding
over in een kom en laat hem afkoelen. Roer tijdens
het afkoelen geregeld zodat de pudding smeuïg blijft
en er geen vlies wordt gevormd.
Bestrooi het werkblad met bloem
en leg het deeg erop. Rol het deeg uit tot een ronde
lap die de bodem en de wand van de vlaaiplaat kan
bedekken. Vet een vlaaivorm in en doe het deeg er
in over. Leg het overstekende deeg over de rand en
rol het af. Prik de deegbodem in en laat de vlaai
rijzen tot het deeg dik gezwollen is.
Verwarm de oven voor op 220˚C.
Pruimen: snij de pruimen over
de lengte door en verwijder de pit. Let bij kwetsen
(bakpruimen) op dat ook de kleine pit verwijderd wordt.
Verdeel de afgekoelde pudding over de deegbodem.
Leg de pruimen op de vlaai.
Leg ze met de schil naar beneden en druk ze bij elkaar
zodat ze heel vast tegen elkaar aan liggen. De pruimen
krimpen bij het bakken. Als de pruimen niet heel erg
goed tegen elkaar aanliggen zijn er na het bakken
openingen tussen de pruimen. Strooi suiker over de
pruimen, behalve als erg zoete pruimen (zoals ringelotten)
gebruikt worden.
Afwerking (Netten van de vlaai):
klop ei los met melk en strijk daarmee de deegrand
af, of strijk hem af met koude koffie.
Bak de vlaai op 220˚C gedurende
25 minuten in het midden van de oven.
Het deeg moet goed bruin gekleurd
zijn. Haal de vlaai direct uit de vorm en leg ze op
een rooster. (Strooi nog eens suiker over de vruchten).
Laat de vlaai op een rooster afkoelen.
Prommetaat