Bereiding:
Gebruik rijpe kornoeljes. Was
ze. Kook ze gaar met weinig water, wrijf ze door een
zeef of draai ze door een passevite (roerzeef). Ze
hebben een grote langwerpige pit die slecht het vruchtvlees
los laat. Het is een geduldwerkje om de pitten te
verwijderen.
Weeg het moes en neem per kg
moes 900 g suiker. Kook het moes in tot 2/3 van het
oorspronkelijk volume, voeg dan de suiker toe en kook
het tot jam dikte. Controleer de dikte. De laatste
druppel moet aan de lepel blijven hangen en een druppel
op een ijskoud bordje moet stijf worden.
Spoel potjes uit en vul de jam in de potjes. Sluit
ze af met een deksel of met natgemaakt cellofaan.
Door de fris zure smaak is het een verrukkelijke jam.