|
 |
|
 |
 |
 |
 |
Linzenvlaai
dieses
Rezept in deutsch
De Limburgse vlaai is gistdeeg
vlaai. Met uitzondering van de linzenvlaai, dit is een
kneeddeeg met bakamoniak. De linzenvlaai heeft niets
te maken met linzen, een soort peulvrucht. Waarschijnlijk
komt de naam van Linzerdeeg, een Oostenrijks deeg wat
er iets op lijkt.
De linzenvlaai kon langer bewaard worden als de gistdeeg
vlaai. Met de kermis was dit de laatste vlaai die op
tafel kwam, want als die overbleef kan je hem nog een
paar dagen bewaren.
Ingrediënten:
- 400 gram bloem
- ½ eetlepel bakamoniak (te vervangen door 1 eetlepel
bakpoeder)
- 200 gram witte basterdsuiker
- 200 gram boter
- 1 zakje vanille suiker
- 1 ei
- 1 potje jam b.v abrikozen, kersen of pruimen of
vruchtenmoes
Afwerking
- ei
- suiker
Bereiding:
Doe bloem, bakamoniak, basterdsuiker,
boter, vanillesuiker en het ei bij elkaar en kneed
het tot een bol.
Leg deze afgedekt in de kelder of in de koelkast.
Pak 2/3 van het deeg , rol dit uit en leg het in een
ingevette vlaaivorm. Verdeel de jam of het vruchtenmoes
over het deeg.
Rol de rest van het deeg uit en snij het tot latjes.
Leg deze als een vlechtwerk op de vlaai.
Klop een ei los met een beetje water en strijk de
rand van de vlaai en de latjes af. Strooi er suiker
op.
Verwarm de oven voor op 175˚C.
Bak de vlaai op 175˚C gedurende een half uur, tot
ze mooi bruin is.
Haal ze uit de vorm en laat ze op een rooster afkoelen.
|
 |
 |
 |
 |
|
|
|
|