Boekweit werd geteeld op slechte
stukken grond. Boekweitmeel bracht bij de verkoop weinig
op daarom gebruikte men het zelf. Boekweit houdt, in
tegenstelling met graan, geen rijs vast, het is daarom
niet geschikt om brood te bakken. Het werd gebruikt
voor pannenkoeken, in balkenbrij en als bindmiddel voor
pap.
Boekweitpannenkoeken werden door boeren gegeten als
ontbijt. Soms met een stukje spek er in gebakken.
Ingrediënten:
beetje gist of een stukje zuurdesem
6 tot 7 dl karnemelk
300 g boekweitmeel (bokes)
beetje zout
spekvet
stroop
Bereiding:
Meng de gist of ze zuurdesem
met een klein deel van de karnemelk. Doe het boekweit
in een kom en maak er een kuiltje in. Giet daarin
de aangemaakte gist of zuurdesem. Voeg een gedeelte
van de karnemelk toe en roer het mengsel glad. Voeg
dan de rest van de karnemelk en het zout erbij en
roer het beslag goed door. Dek het af met een doek
en zet het een nacht weg bij kamertemperatuur.
Doe een beetje spekvet in de pan en giet er een lepel
beslag bij. Bak hem op een niet te hoog vuur. Draai
de boekweitkoek om als hij loslaat van de panbodem.
Bak dan de tweede kant.
Eet de pannenkoek besmeerd met stroop.