|
|
|
|
|
|
|
Kersenpannenkoeken
Er werden veel en vaak pannenkoeken
gegeten. Pannenkoeken zijn niet duur! en zeker in de
arme gezinnen waren pannenkoeken een dankbare variatie
op het eentonige menu
Van bloem, melk, en gist wordt een beslag gemaakt wat
moet rijzen . De pannenkoeken worden langzaam gebakken,
het zijn dikke koeken die goed gaar moeten worden. Ze
kunnen gevuld zijn met spek, appel, rozijnen of kersen.
Als er geen vulling in zit smeert men er stroop op.
In augustus eet men kersenpannenkoek. Hiervoor zijn
zoete kleine kersen nodig. Ze gaan met de pit er in,
in de pannenkoek. De pannenkoeken werden ook naar het
veld gebracht, tijdens de oogst. Dan was er echt geen
probleem met de pitten. Zo ver mogelijk uitspugen!
Ingrediënten:
- 500 g bloem
- ongeveer 5 dl melk
- 20 g bakkersgist
- paar lepels suiker
- 2 eieren
- beetje zout
- boter of vet
- verse kleine zwarte kersen
Bereiding:
Doe de bloem in een kom. Maak
de melk lauwwarm. Doe een beetje van de melk bij de
gist en roer dat uit tot een papje. Maak er een kuiltje
in de bloem. Splits de eieren in dooier en wit. Giet
in het kuiltje de aangemaakte gist, de suiker en de
eierdooiers. Voeg een gedeelte van de melk toe en
roer het beslag glad. Voeg de rest van de melk erbij,
het moet een stevig beslag zijn. Klop de eiwitten
stijf en schep dit door deeg. Zet het deeg afgedekt
te rijzen op een warme plaats tot het volume verdubbeld
is.
Was de kersen en laat ze drogen.
Maak een klontje boter warm in de koekenpan en giet
er een lepel beslag in. Strooi daarop kersen en duw
ze in het beslag. Bak de pannenkoek langzaam tot de
bovenkant droog is. Keer hem dan pas om en bak de
tweede kant. Gebruik royaal boter bij het bakken en
maak zonodig tussendoor de pan schoon met keukenpapier.
Door de kersen kan de panbodem gaan plakken.
Eet de pannenkoeken als ze warm zijn. Koud smaken
ze wel maar warm is lekkerder!
En hou je van zoet, strooi er dan nog wat suiker op.
|
|
|
|
|
|
|
|
|